Sterilisatie van de teef
Bij de sterilisatie van een teef worden de eierstokken chirurgisch verwijderd. Indien de baarmoeder afwijkend of ontstoken is, wordt deze mee verwijderd. Door deze ingreep wordt de teef onvruchtbaar en zal ze geen loops gedrag meer vertonen. Daarnaast heeft de teef geen risico meer op schijndracht en op een baarmoederontsteking. Bij een baarmoederontsteking kan de teef ernstig ziek worden en bij laattijdige vaststelling kan dit zelfs fataal zijn.
Bovendien neemt het risico op melkklierkanker af indien u uw teef tijdig laat steriliseren. Hoe ouder de teef en hoe vaker ze loops is geworden, hoe groter het risico op deze kanker. Het moment van deze eerste loopsheid is sterk gebonden aan het hondenras en ligt doorgaans tussen de 6 en 14 maanden ouderdom. Is de teef reeds loops geweest, dan wachten we minstens 2 maand tot na deze loopsheid vooraleer we de teef gaan steriliseren in verband met een hogere bloedingsrisico tijdens de operatie.
Voor teven bestaat er als alternatief voor de chirurgische sterilisatie de prikpil. Voor de prikpil moet de teef om de 5 maanden een hormooninjectie worden toegediend die de loopsheid zal onderdrukken. Door het verhoogd risico op melkkliertumoren en baarmoederontsteking, geniet de prikpil niet onze voorkeur.
